maandag 28 november 2016

Dubbelcheck

Sinds een jaar of twee hebben we nieuwe buren, nou ja buren.....er zitten een paar huizen tussen. Ook Nederlanders en hoewel wij niet zozeer op zoek zijn naar Nederlanders hier (dan hadden we beter in Nederland kunnen blijven) om mee om te gaan, soms klikt het gewoon goed en dan is het ook wel heel erg leuk dat je je verhaal eens kwijt kunt in het Nederlands. Want ook al redden we ons prima in het Hongaars, een gesprek voeren met Hongaren zoals je dat met Nederlanders kunt is niet mogelijk en ik heb ook niet meer de illusie dat dat ooit nog gaat gebeuren.

Maar de buuv en ik besloten eens een gezellig meidendagje te gaan hebben en we namen het boemeltreintje naar de stad. Rit van bijna een uur, dus lekker kletsen en niet op de weg hoeven letten, heel relaxed. Want kletsen, dat kunnen we!

Toen we uitstapten en de stad inliepen bekenden we elkaar dat we eigenlijk helemaal niet van winkelen hielden. Dus dat sloegen we gewoon over en we belandden op een terrasje waar we een heerlijke cappuccino dronken. 

Lekker slenteren door een park, daarna een pizzaatje eten bij de Hongaarse Italiaan, wijntjes erbij want we zijn met de trein en als afsluiter nog een ijsje en nog een cappuccino. 

Terug naar het station en daar was de verwarring. Want het station is onderhevig aan een renovatie, dus de gebruikelijke opstapplaatsen waren er niet. 

Aan conducteur vragen we of dit de trein naar ons dorp was, de man knikt met een naar mijn zin iets te afwezige blik. 
Aarzelend stappen we in, de trein is helemaal,leeg.
Het zint me niks. Als je hier in de verkeerde trein stapt dan ben je het haasje, want je bent dan zomaar weer niet thuis.

'Ik ga eruit', zeg ik tegen buuv. 'Ik vertrouw het niet'.
Ervaringen uit het verleden hebben mij namelijk geleerd dat Hongaren nooit zeggen 'ik weet het niet', maar gewoon ja of nee. 
We lopen naar het tweede gedeelte van de trein waar wel mensen inzitten. 
Ik spreek een andere treinmeneer aan die ervoor staat en ja, ik moet er hier echt in.
Nou ja, dan zal het wel goed zijn toch, denken we.
Dus we gaan nu toch maar in de trein zitten en vragen binnen, voor de zekerheid, nogmaals of deze trein naar ons dorp gaat. Weer bevestiging en nu gaan we op ons gemak zitten. Net op tijd want er komt beweging in de trein. Ik kijk nog eenmaal achterom en zie tot mijn stomme verbazing dat het treinstel waar we net inzaten, gewoon blijft staan.....we kijken elkaar aan en schieten in de lach, alleen al het idee dat je in een trein zit en dat dan het andere gedeelte weg zou rijden......dat zou weer echt iets voor ons geweest zijn.
Maar, de moraal van dit verhaal: alles dubbelchecken in Hongarije.
Einde van een supergezellige dag die voor herhaling vatbaar is.

donderdag 24 november 2016

Bureaucratie


We hebben wat dingen te regelen, voor het gastenhuis.
Er moet water komen en electra. 
We weten inmiddels dat dit soort dingen veel tijd nodig hebben, Hongaren zijn niet zo snel, behalve op de weg dan want dan willen ze altijd graag inhalen. We vragen ons altijd af waarom ze zo hard rijden, want ze zijn altijd te laat. Of misschien wel daardoor juist, ik weet het niet.
We gaan dus al vroeg op pad, op naar de Eon, eens kijken of we stroom kunnen krijgen op onze naam.
Op alles voorbereid, map met alle papieren, onze lakcimkartya's, legitimatiebewijzen, geld,,leesbril, pen, wat kan er mis gaan?

Het is druk, bij binnenkomst staat een apparaat waar je een nummertje moet trekken. 
We kunnen ons inmiddels aardig redden met ons Hongaars, maar hier kunnen we niet uitkomen, wat ingewikkeld allemaal.
Maar een aardige meneer helpt ons, we hebben nummertje 302.
286 is aan de beurt. Twaalf balies zie ik en een wachtruimte, we gaan maar zitten, want dit gaat even duren.
Inmiddels begrijp ik dat het niet aan de kwaliteit van ons Hongaars ligt dat we geen nummertje konden trekken, de Hongaren komen er ook niet uit en de meneer is er maar druk mee.

Het duurt allemaal lang, er zijn dan wel twaalf balies, maar ik tel maar drie medewerkers.
Er is er eindelijk eentje klaar, we kijken gespannen naar het scherm waar het nummer verschijnt met het balienummer. Je hoopt toch altijd dat er, als door een wonder, een paar overgeslagen worden om wat voor reden dan ook en dat je sneller aan de beurt bent.
Er gebeurt niets. De medewerker staat op, gritst een pakje sigaretten mee en verdwijnt naar buiten om een peukie te roken. 
Balie twee is ook klaar met de klant, maar ook die verdwijnt naar buiten. Roken met zijn tweeën is gezelliger.
Ik trek mijn vest uit, het is bloedheet binnen, iedereen zit met hoogrode wangen te wachten.
Anderhalf  uur en negen rook- en koffiepauzes later zijn we aan de beurt.
Het is een heel gedoe van tikken op het toetsenbord van de pc, invullen van formulieren, dertig stempeltjes, twaalf handtekeningen en een moeizaam Hongaars gesprek.
En dan zegt de medewerkster op het laatst in het Duits dat het zo geregeld is. En 'auf wiedersehen'!
We kijken elkaar aan.....waarom zegt dat mens niet meteen dat ze Duits spreekt?
Nou ja, we hebben het voor elkaar, op naar de watermaatschappij.
Het eerste gedeelte van mijn verhaal is hetzelfde, met de nummertjes enzo.
Dan zijn we aan de beurt, gelukkig is het hier minder druk.
'Gutentag', begint Janos hoopvol.
De medewerkster snauwt in het Hongaars dat ze alleen Hongaars spreekt en dat we in Hongarije zijn. Ja, dat weten we ook wel, maar we konden het toch proberen? En zo heel raar is het nou ook weer niet als je bij zo'n bedrijf werkt, dat je een paar woorden over de grens spreekt. Vandaag kunnen we het blijkbaar niet goed doen....
Ze ontdooit als ze in de gaten heeft dat we best wel aardig uit de voeten kunnen in het Hongaars en ze wordt steeds aardiger, gelukkig. Want het is niet meteen onze hobby, dit soort instanties aflopen en al die formulieren invullen.
Maar we hebben het voor elkaar...nu alleen nog de verzekeringen en het gas........pffff
Ander keertje maar.....

woensdag 23 november 2016

Daar ben ik weer.....

Ik kreeg toch regelmatig mailtjes met de vraag: waar ben je gebleven op de blog?
Antwoord: nog steeds hier, helemaal blij en gelukkig in het Hongaarse land.
Mijn laatste blogje is alweer heel erg lang geleden, ik was een beetje 'blogmoe' ( is dat een woord? Vanaf nu wel )
We wonen alweer een jaar nu in het huis van onze zoon en dat was een heel goede keus.
Net ietsje leuker, ruimer, luxer.
We namen afscheid van twee teckels, dat was heel verdrietig.
Nieuw in onze veestapel is....een katertje. 

Het was spannend, onze Viszla's zijn jagers en op de kreet 'poesjes', maar ook in het Hongaars 'macska', gingen ze totaal uit hun pannetjes.
Dus ik had zo mijn bedenkingen, maar volgens Janos zou het geen probleem zijn en soms moet je gewoon vertrouwen op zo'n man, soms hebben ze wel eens gelijk.

We kochten hem op de markt in Pécs, hij zag er niet uit en was behoorlijk ondervoed.  hongaren denken dat kittens en puppies prima groeien op een beetje melk met brood.
Janos zei later dat hij bang was dat ie de reis naar huis al niet zou overleven, maar ik had er wel vertrouwen in. 
Soms hebben vrouwen gelijk.

Het was geen enkel probleem, het was liefde op het eerste gezicht tussen poes en honden en we genieten van het opgroeien van dit ontdeugende beestje. Ze spelen samen en een kat is toch weer heel anders dan een hond, het crosst door het huis en de tuin en binnen drie seconden zit ie boven in de hoogste boom. Dat zien we onze viszla's en overgebleven teckel nog niet doen.

De poes heet Szomszéd, we noemen m Szommy. Szomszéd betekent buurman in het Hongaars, dat vonden we wel grappig, maar als ik m buiten roep voel ik me toch wel een beetje voor gek staan.

Szommy is inmiddels ongeveer bijna zes maanden en hij is leuk opgedroogd, of niet dan?