Mijn Nederlandse/Hongaarse vriendinnetje Jacqueline is vijftig jaar geworden en dat moest gevierd worden. De vereniging van plattelandsvrouwen, die bestaat uit twee stuks, vond dat het gevierd moest worden met een bezoek aan de grote stad.
En om er wat extra sjeu aan te geven, moest dat met de trein gaan gebeuren en het was ten strengste verboden om boodschappen mee te nemen naar huis.
Dat waren de regels en gisteren was het zover.
Helemaal giechelig, alsof we op schoolreisje gingen, stonden we een half uur te vroeg op het station, voor de zekerheid, want de laatste trein richting de stad vertrok om vijf voor negen en als we die zouden missen, ging het feest niet door, dus wij waren op tijd. Kletsend op een bankje waren we volgens mij een bezienswaardigheid voor de mensen uit mijn dorp. Ik weet zeker dat ze dachten: waarom gaan die Nederlandse mutsen, die toch allebei een auto hebben, met die boemeltrein mee?
Maar wij vonden het helemaal leuk. Alleen het station is al een stap terug in de tijd.
En dan dat treintje...het werkte op onze lachspieren.
De deur moet je zelf opendoen en de conducteur moest tussendoor uitstappen uit de trein om in het andere wagonnetje een kaartje te kunnen verkopen. Je kaartje koop je dus gewoon in de trein, zwartrijden is uitgesloten.
Gewichtig, met een wel heel modern computerding, waar de conducteur hevig op stond te typen, kregen we na vijf minuten een soort bonnetje. Of we ook weer terug wilden? Nou,graag! Want hoe leuk de stad ook is voor een dagje, na een dag hebben deze boerinnen het wel voorlopig weer bekeken.
Onze ogen uitkijkend onderweg, een heel ander zicht dan wanneer je met de auto gaat. Bewonderend tegen elkaar zeggen wat een prachtige gekapte houtjes er langs de route lagen, de hertjes die er lopen, de katjes aan de bomen. We hebben duidelijk heel andere interesses tegenwoordig dan vroeger, toen we in Nederland woonden.
Genietend van koffie met een soort tom pouche, daarna uitgebreid geluncht met de nodige bellen wijn ( we waren immers met de trein!) en als toetje nog een pannenkoek en een broodje gyros, namen we de trein weer terug naar het dorp.
In onze tasjes onze schatten, bloembolletjes en zaadjes voor de tuin, een tuinharkje en een tuinschepje en een Hongaars honingpotje. Naar kleding hebben we niet eens gekeken, we hebben immers genoeg hier aan een joggingbroek en een overall. Terug naar de rust van het platteland. Allebei verzuchtend dat zo'n dagje heel leuk is, maar dat we blij zijn dat we zo rustig en landelijk wonen. Uitstapje geslaagd!