woensdag 26 juni 2024

Nachtmerrie



Voor degenen die mijn blog al lang volgen is het geen nieuws, ik ben een zeurpiet als het op tijd aan komt. Ik houd niet van mensen die zich niet aan afspraken houden en kom zelf ook in principe altijd op tijd. Er zijn natuurlijk altijd gevallen van overmacht te bedenken.


Zo ga ik graag als ik het vliegtuig moet halen, met zeeën van tijd in het vooruitzicht de deur uit. ‘Autist’, noemt Janos me dan liefkozend…. Hij is zo’n type die krap op tijd weggat, zodat je niet zo lang hoeft te wachten op het vliegveld. Maar ik niet.

Want mijn grootste nachtmerrie is het missen van mijn vlucht.

Maar soms loop je tegen dingen aan.

Zoals jaren geleden ik de bus nam, gelukkig ruim op tijd, maar toch aan de kant van de weg kwam te staan vanwege pech. Jaja, ook een bus kan pech krijgen.

Gelukkig was er binnen een uur een vervangende bus en was ik ruim op tijd op het vliegveld. Dit was in Hongarije.


Maar nóg zenuwachtiger ben ik als ik in Nederland ben en naar huis wil. Het idee alleen al dat ik langer moet blijven, ik raak alleen bij de gedachte al in de stres.


Mijn broer ging deze keer met me mee naar Hongarije en een vriend van hem zou ons naar Eindhoven brengen. We hadden de ochtendvlucht en die is helaas niet haalbaar met de trein. Onder licht protest toen hij hoorde dat hij daarvoor om vijf uur smorgens bij mij moest zijn. Ik durfde niet te zeggen dat ik het liefste om 3 uur wou vertrekken.


Op ongeveer een half uur vanaf Eindhoven gebeurde het, er kwam een enorme hoeveelheid rook onder de auto uit. Auto naar de kant en ik voelde een hevige buikpijn opkomen. En dat was niet omdat ik het zo zielig vond voor de vriend van mijn broer, dat zijn auto kapot was, ik geef het eerlijk toe.


Terwijl mijn broer de ANWB belde, probeerde ik een taxi te bellen. Tot mijn stomme verbazing, was dat nog niet zo eenvoudig, op zondagochtend om half 7 langs de snelweg.


De meesten namen niet eens op.

Tot ik er eentje had gevonden. Maar nee, die had geen chauffeur in mijn buurt. De moed zakte me in mijn schoenen.

 De ANWB was er sneller bij. De auto moest weggesleep worden. 


Waar we heen moesten? ‘Naar het vliegveld….’



‘Stap maar in’, zei de man en ik kon hem wel zoenen.

Er was eigenlijk maar plek voor één persoon, ik kon achterin de bus tussen het gereedschap op een kist zitten, maar man was was ík blij zeg. 


We kwamen op tijd aan en ik nam me meteen voor……voor mij geen vroege vluchten meer, gewoon in de middag en dan kan ik lekker met de trein gaan en zes uur op het vliegveld wachten. Lekker in mijn eentje op mijn eigen autistische manier.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten