zondag 29 oktober 2017

Dag Janszi

Onze overbuurman Janszi was één van de Hongaren waar we veel mee omgingen. Een Hongaar zoals zovelen. Ik bedoel, hij hield wel van een borreltje.
We wonen recht tegenover hem, dus hadden hem vaak ‘in het zicht’. 
Zo kon ik ook zien dat hij, naar Hongaarse begrippen, gek was op zijn honden. 

De tranen toen hij het laatste pupje uit zijn nestje moest afstaan, waren niet gespeeld. Ik zag hem ook altijd even bij zijn honden neerknielen als hij thuis kwam, om ze een aai te geven, iets wat de meeste Hongaren hier echt niet doen.
Als ik smorgens om half zes naar het kippenhok loop, zwaait hij altijd. Hij is dan ook al in bedrijf met zijn honden en kipjes. 

En als ik mijn broodjes in het winkeltje ga halen om half zeven, kan ik m uittekenen met zijn pálinkaatje op de stoep voor het winkeltje. Voor Nederlandse maatstaven misschien heel vreemd, maar hier heel gewoon. Eerst een borrel en dan naar je werk. Regelmatig kwam hij ook bij ons een biertje drinken. Of Jan roepen om even mee te gaan naar het kroegje aan de overkant.

Ondanks zijn leeftijd van 69 nog steeds aan het werk, hij is stukadoor. Ook bij ons heeft hij vaak geholpen, hij wilde er nooit geld voor hebben, want we waren immers buren en vrienden.
Hij nam Jan mee in het bos om paddenstoelen te zoeken, hij wist precies welke je kan eten. Doodeng vond ik het, maar iedereen eet ze hier, dus wij ook.

Toen zijn moeder die bij hem woonde, drie jaar geleden overleed ging het snel bergafwaarts met Janszi. Hij ging slecht eten, zat meer in de kroeg en kreeg hartklachten, die hij totaal negeerde. Hij werd magerder en magerder.
En gisteren gebeurde wat we allang aan zagen komen. Allemaal mensen voor zijn deur, ambulance erbij. Hij was na de lunchtijd niet teruggekomen op zijn werk. 

Wij stonden er ook bij, we horen de trauma helikopter aankomen.

Ik loop onze achtertuin in, want de heli cirkelt boven onze tuin. Hij gaat landen. In onze tuin. Ik heb nog nooit een helikopter van zo dichtbij gezien, heel imposant. Een enorme wind van de propeller zorgt ervoor dat onze tuinkas compleet uit elkaar waait. Ze rennen naar Janszi’s huis, maar een paar minuten later zien we de bekende kruisjes die geslagen worden. Het mocht allemaal niet meer baten.

Verdrietig zijn we. We hebben veel gelachen met Janszi, hoewel we hem ook vaak achter het behang konden plakken, met zijn eigenwijze streken.

Ik vond nog wat foto’s van hem. Altijd aan het klussen. ‘Kijk’, zeg ik tegen jan, ‘hier is ie de kas aan het opbouwen. En nu heeft ie ‘m indirect ook afgebroken’......

We zullen m missen. Dag Janszi. Neem daarboven maar een pálinkaatje van ons.


1 opmerking: